Een ouder klassieker waar we veel van kunnen leren. Hier maakt Alan Parson optimaal gebruik van de mogelijkheden van de toonladder D mineur.
Het is een echt pianistisch stuk, niet heel complex maar goede combinatie van ‘mooi en goed te doen’. En terwijl je het instudeert train je gelijk de volgende zaken:
– de onafhankelijkheid van de vingers 3, 4 en 5.
– tertsen spelen met je RH
– de onafhankelijkheid van LH en RH
. . en nog veel meer!